realiseren - regelmatig werkwoord
uitspraak: re-a-li-se-ren
1. het (volgens plan) maken of doen
♢ hij heeft die droom toch maar gerealiseerd
2. het je bewust zijn, het in de gaten hebben
♢ hij realiseerde zich niet wat voor indruk hij maakte
Regelmatig werkwoord: re-a-li-se-ren
ik realiseer
jij/u realiseert
hij/zij realiseert
wij/zij/jullie realiseren
ik/jij/u/hij/zij realiseerde
wij/zij/jullie realiseerden
hij heeft gerealiseerd
de/het/een gerealiseerde ....
realiserend, realiserende
Synoniemen
bedrijven, beseffen, concretiseren, klaarmaken, ontwaren, opknappen, presteren, stilstaan, uitvoeren, verrichten, verwezenlijken
Tegenstellingen
wanen
Gepubliceerd op 14-11-2017
realiseren
betekenis & definitie