rangschikken - regelmatig werkwoord
uitspraak: rang-schik-ken
1. in een bepaalde volgorde of opstelling zetten
♢ zij rangschikte de bloemen in een vaas
Regelmatig werkwoord: rang-schik-ken
ik rangschik
jij/u rangschikt
hij/zij rangschikt
wij/zij/jullie rangschikken
ik/jij/u/hij/zij rangschikte
wij/zij/jullie rangschikten
hij heeft gerangschikt
de/het/een gerangschikte ....
rangschikkend, rangschikkende
Synoniemen
groeperen, indelen, ordenen
Gepubliceerd op 14-11-2017
rangschikken
betekenis & definitie