raar - bijvoeglijk naamwoord
1. anders dan gewoon, speciaal
♢ hij vertelde een raar verhaal
1. een rare druif (knakker, pias)
[een zonderling iemand]
2. een dubbeltje kan raar rollen
[het is niet te voorspellen hoe het afloopt]
3. het moet raar lopen als ...
[het is haast zeker]
2. draaierig, misselijk
♢ mijn hoofd voelt raar
Bijvoeglijk naamwoord: raar
... is raarder dan ...
het raarst
de/het rare ...
iets raars
Synoniemen
curieus, gek, merkwaardig, typisch, vreemd, wonderlijk
Tegenstellingen
vertrouwd
Gepubliceerd op 14-11-2017
raar
betekenis & definitie