perfect

betekenis & definitie

perfect - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: per-fect

1. zeer goed
♢ die tafel is perfect gemaakt
2. zo goed als het maar kan, zonder fouten
♢ het was een perfect ballet

Bijvoeglijk naamwoord: per-fect
de/het perfecte ...

Synoniemen
eminent, kostelijk, meesterlijk, mooi, optimaal, prima, superieur, uitgelezen, uitgezocht, uitmuntend, uitstekend, volmaakt, voortreffelijk

Tegenstellingen
beroerd, ellendig, erbarmelijk, gebrekkig, inferieur, minderwaardig, primitief, slecht, verachtelijk, vicieus