papier - zelfstandig naamwoord
uitspraak: pa-pier
1. dun materiaal om op te schrijven
♢ hij schreef zijn naam op het papier
1. het op papier zetten
[het opschrijven]
2. op papier hebben we dertig leerlingen
[officieel, maar de werkelijkheid is anders]
3. dat loopt in de papieren
[dat kost veel geld]
Zelfstandig naamwoord: pa-pier
het papier
de papieren
het papiertje
Gepubliceerd op 14-11-2017
papier
betekenis & definitie