order - zelfstandig naamwoord
uitspraak: or-der
1. wat je moet doen van iemand
♢ de soldaten kregen een order om te vertrekken
2. opdracht om iets te leveren
♢ wij hebben een order bij dat bedrijf geplaatst
Zelfstandig naamwoord: or-der
de order
de orders
het ordertje
Synoniemen
bestelling, bevel, commando, instructie, opdracht
Gepubliceerd op 14-11-2017
order
betekenis & definitie