opvatten - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-vat-ten
1. het op een bepaalde manier zien of voelen
♢ je moet mijn voorstel niet verkeerd opvatten
Regelmatig werkwoord: op-vat-ten
ik vat op (... ik opvat)
jij/u vat op (... jij opvat)
hij/zij vat op (... hij opvat)
wij/zij/jullie vatten op (... wij opvatten)
ik/jij/u/hij/zij vatte op (... ik opvatte)
wij/zij/jullie vatten op (... wij opvatten)
hij heeft opgevat
Synoniemen
beschouwen, interpreteren, uitleggen
Gepubliceerd op 14-11-2017
opvatten
betekenis & definitie