opstellen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-stel-len
1. het ergens rechtop plaatsen
♢ hoe zullen we de stoelen opstellen?
2. ergens gaan staan
♢ ik stelde me verdekt op
3. bedenken of ontwerpen
♢ wilt u die brief opstellen?
4. je zo gedragen, zo'n houding hebben
♢ zij stelde zich vijandig op
Regelmatig werkwoord: op-stel-len
ik stel op (... ik opstel)
jij/u stelt op (... jij opstelt)
hij/zij stelt op (... hij opstelt)
wij/zij/jullie stellen op (... wij opstellen)
ik/jij/u/hij/zij stelde op (... ik opstelde)
wij/zij/jullie stelden op (... wij opstelden)
hij heeft opgesteld
de/het/een opgestelde ....
Synoniemen
neerzetten
Gepubliceerd op 14-11-2017
opstellen
betekenis & definitie