Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

opbakken

betekenis & definitie

opbakken - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-bak-ken

1. helemaal opmaken met bakken
je kunt de rest van het deeg nu wel opbakken
2. warm maken door te bakken
♢ de aardappels van gisteren gaan we vandaag opbakken

Regelmatig werkwoord: op-bak-ken
ik bak op (... ik opbak)
jij/u bakt op (... jij opbakt)
hij/zij bakt op (... hij opbakt)
wij/zij/jullie bakken op (... wij opbakken)
ik/jij/u/hij/zij bakte op (... ik opbakte)
wij/zij/jullie bakten op (... wij opbakten)
hij heeft opgebakken
de/het/een opgebakken ....

< >