ongesteld - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: on-ge-steld
1. niet in orde, een beetje ziek
♢ mijnheer is weer eens ongesteld
2. het hebben van menstruatie
♢ om de vier weken is zij ongesteld
Bijvoeglijk naamwoord: on-ge-steld
... is ongestelder dan ...
de/het ongestelde ...
Synoniemen
gammel, onwel
Tegenstellingen
gezond, goed
Gepubliceerd op 14-11-2017
ongesteld
betekenis & definitie