ongedwongen

betekenis & definitie

ongedwongen - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: on-ge-dwon-gen

1. niet omdat het moet
♢ ongedwongen deed hij de afwas
2. niet verlegen, niet stijf
♢ ze stond ongedwongen met de burgemeester te praten

Bijvoeglijk naamwoord: on-ge-dwon-gen

Synoniemen
vrij

Tegenstellingen
geforceerd, gewild, gezocht