ogen - regelmatig werkwoord
uitspraak: o-gen
1. een bepaald uiterlijk hebben
♢ hij oogt nog erg jong
Regelmatig werkwoord: o-gen
ik oog
jij/u oogt
hij/zij oogt
wij/zij/jullie ogen
ik/jij/u/hij/zij oogde
wij/zij/jullie oogden
hij heeft geoogd
ogend, ogende
Synoniemen
eruitzien
Gepubliceerd op 14-11-2017
ogen
betekenis & definitie