nokken - regelmatig werkwoord
uitspraak: nok-ken
1. ermee ophouden
♢ we gaan nokken, het is tijd voor koffie!
Regelmatig werkwoord: nok-ken
ik nok
jij/u nokt
hij/zij nokt
wij/zij/jullie nokken
ik/jij/u/hij/zij nokte
wij/zij/jullie nokten
hij is genokt
Synoniemen
kappen
Gepubliceerd op 14-11-2017
nokken
betekenis & definitie