meteen - bijwoord
uitspraak: met-een
1. zonder te wachten
♢hij kwam meteen op ons af
2. op hetzelfde moment
♢ik wil nog een Cola en meteen even afrekenen
Bijwoord: met-een
Synoniemen
dadelijk, direct [2], gelijk [3], onmiddellijk [2], ogenblikkelijk, acuut [2], onverwijld, terstond, tegelijk, tegelijkertijd, gelijk [3], gelijktijdig
Tegenstellingen
dadelijk, straks, zo, aanstonds, terstond
Gepubliceerd op 31-10-2017
meteen
betekenis & definitie