mesten - regelmatig werkwoord
uitspraak: mes-ten
1. door het strooien van mest vruchtbaar maken
♢ik moet de geploegde grond nog mesten voor het winter wordt
2. er de mest uit weghalen
♢wil jij het konijnenhok mesten?
Regelmatig werkwoord: mes-ten
ik mest
jij/u mest
hij/zij mest
wij/zij/jullie mesten
ik/jij/u/hij/zij mestte
wij/zij/jullie mestten
hij heeft gemest
de/het/een gemeste ....
Synoniemen
bemesten, uitmesten
Gepubliceerd op 31-10-2017
mesten
betekenis & definitie