loven - regelmatig werkwoord
uitspraak: lo-ven
1. er heel positief over spreken
♢ hij loofde zijn oude moeder
Regelmatig werkwoord: lo-ven
ik loof
jij/u looft
hij/zij looft
wij/zij/jullie loven
ik/jij/u/hij/zij loofde
wij/zij/jullie loofden
hij heeft geloofd
lovend, lovende
Gepubliceerd op 14-11-2017
loven
betekenis & definitie