liefkozen - regelmatig werkwoord
uitspraak: lief-ko-zen
1. iemand zoenen of aaien
♢ Thimo liefkoosde zijn verloofde
Regelmatig werkwoord: lief-ko-zen
ik liefkoos
jij/u liefkoost
hij/zij liefkoost
wij/zij/jullie liefkozen
ik/jij/u/hij/zij liefkoosde
wij/zij/jullie liefkoosden
hij heeft geliefkoosd
de/het/een geliefkoosde ....
liefkozend, liefkozende
Synoniemen
aanhalen
Gepubliceerd op 14-11-2017
liefkozen
betekenis & definitie