lichaam - zelfstandig naamwoord
uitspraak: li-chaam
1. geheel van botten, organen, spieren waaruit een mens bestaat
♢ haar hele lichaam deed pijn
2. middelste deel van een mens
♢ je armen en benen zitten vast aan je lichaam
Algemene uitdrukkingen:
1. een hemellichaam
[een ster of planeet]
Zelfstandig naamwoord: li-chaam
het lichaam
de lichamen
het lichaampje
Synoniemen
bast, body, corpus, flikker, lijf, mieter, romp
Tegenstellingen
geest, psyche, ziel
Gepubliceerd op 14-11-2017
lichaam
betekenis & definitie