krenken - regelmatig werkwoord
uitspraak: kren-ken
1. iets zeggen of doen waardoor je iemand pijn doet of boos maakt
♢ met die opmerking heeft hij mij gekrenkt
Regelmatig werkwoord: kren-ken
ik krenk
jij/u krenkt
hij/zij krenkt
wij/zij/jullie krenken
ik/jij/u/hij/zij krenkte
wij/zij/jullie krenkten
hij heeft gekrenkt
de/het/een gekrenkte ....
krenkend, krenkende
Synoniemen
beledigen, kwetsen
Gepubliceerd op 14-11-2017
krenken
betekenis & definitie