kneden - regelmatig werkwoord
uitspraak: kne-den
1. door drukken en knijpen één geheel maken van het deeg
♢ de bakker kneedde het deeg voor het brood
Regelmatig werkwoord: kne-den
ik kneed
jij/u kneedt
hij/zij kneedt
wij/zij/jullie kneden
ik/jij/u/hij/zij kneedde
wij/zij/jullie kneedden
hij heeft gekneed
de/het/een geknede ....
knedend, knedende
Gepubliceerd op 14-11-2017
kneden
betekenis & definitie