kenmerken - regelmatig werkwoord
uitspraak: ken-mer-ken
1. noemen waar je iemand of iets aan kunt herkennen
♢ die behulpzaamheid kenmerkte hem
Regelmatig werkwoord: ken-mer-ken
ik kenmerk
jij/u kenmerkt
hij/zij kenmerkt
wij/zij/jullie kenmerken
ik/jij/u/hij/zij kenmerkte
wij/zij/jullie kenmerkten
hij heeft gekenmerkt
de/het/een gekenmerkte ....
kenmerkend, kenmerkende
Gepubliceerd op 14-11-2017
kenmerken
betekenis & definitie