kasteel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: kas-teel
1. groot, middeleeuws gebouw met dikke muren
♢ de ridders woonden in een kasteel
Zelfstandig naamwoord: kas-teel
het kasteel
de kastelen
het kasteeltje
Synoniemen
burcht, slot
Gepubliceerd op 14-11-2017
kasteel
betekenis & definitie