jongen - zelfstandig naamwoord
uitspraak: jon-gen
1. kind van mannelijk geslacht
♢ ze hebben twee kinderen, een jongen en een meisje
1. een jongen van Jan de Wit
[een flinke, dappere vent]
2. bij Clinton vergeleken is hij maar een kleine jongen
[onbelangrijk]
Zelfstandig naamwoord: jon-gen
de jongen
de jongens
het jongetje
Synoniemen
boy, knaap, knul
Tegenstellingen
griet, meid, meisje, mokkel, wicht
Gepubliceerd op 14-11-2017
jongen
betekenis & definitie