inkrimpen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: in-krim-pen
1. kleiner maken
♢ je moet je uitgaven wel een beetje inkrimpen
2. kleiner worden
♢ als dat ding koud wordt, zie je het inkrimpen
1. het bedrijf moet inkrimpen
[mensen ontslaan]
Onregelmatig werkwoord: in-krim-pen
ik krimp in (... ik inkrimp)
jij/u krimpt in (... jij inkrimpt)
hij/zij krimpt in (... hij inkrimpt)
wij/zij/jullie krimpen in (... wij inkrimpen)
ik/jij/u/hij/zij kromp in (... ik inkromp)
wij/zij/jullie krompen in (... wij inkrompen)
hij is ingekrompen
de/het/een ingekrompen ....
inkrimpend, inkrimpende
Tegenstellingen
uitzetten
Gepubliceerd op 14-11-2017
inkrimpen
betekenis & definitie