hachelijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ha-che-lijk
1. met de kans dat er iets ergs gebeurt
♢ die bergbeklimming was een hachelijke onderneming
2. waar je ongerust van wordt
♢ ik vind dat hoge water hachelijk
Bijvoeglijk naamwoord: ha-che-lijk
... is hachelijker dan ...
de/het hachelijke ...
iets hachelijks
Synoniemen
gevaarlijk, link, onveilig, riskant
Tegenstellingen
ongevaarlijk
Gepubliceerd op 14-11-2017
hachelijk
betekenis & definitie