getroosten - regelmatig werkwoord
uitspraak: ge-troos-ten
1. ergens moeite voor doen
♢ hij getroost zich veel moeite om mij te overtuigen
Regelmatig werkwoord: ge-troos-ten
ik getroost
jij/u getroost
hij/zij getroost
wij/zij/jullie getroosten
ik/jij/u/hij/zij getroostte
wij/zij/jullie getroostten
hij heeft getroost
Gepubliceerd op 14-11-2017
getroosten
betekenis & definitie