Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

gebonden

betekenis & definitie

gebonden - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ge-bon-den

1. met een band eromheen
♢ de uitgave van dit nieuwe boek is gebonden
2. niet kunnen gaan en staan waar je wilt
♢ mijn zus is erg gebonden nu ze een hond heeft
1. gebonden zijn
[getrouwd zijn of een vaste partner hebben]
3. dik vloeibaar
♢ we maken vandaag gebonden tomatensoep
4. een vaste partner hebben
♢ die leuke man was helaas gebonden

Bijvoeglijk naamwoord: ge-bon-den

< >