flatteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: flat-te-ren
1. hem leuk staan
♢ dat pak flatteert hem wel
2. mooier laten lijken dan de werkelijkheid
♢ dat verslag is wel geflatteerd
Regelmatig werkwoord: flat-te-ren
ik flatteer
jij/u flatteert
hij/zij flatteert
wij/zij/jullie flatteren
ik/jij/u/hij/zij flatteerde
wij/zij/jullie flatteerden
hij heeft geflatteerd
de/het/een geflatteerde ....
flatterend, flatterende
Gepubliceerd op 14-11-2017
flatteren
betekenis & definitie