Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

droogkoken

betekenis & definitie

droogkoken - regelmatig werkwoord
uitspraak: droog-ko-ken

1. op het hete gas of de warme plaat laten staan als het water al verdampt is
♢ de aardappels zijn helemaal drooggekookt

Regelmatig werkwoord: droog-ko-ken
ik kook droog (... ik droogkook)
jij/u kookt droog (... jij droogkookt)
hij/zij kookt droog (... hij droogkookt)
wij/zij/jullie koken droog (... wij droogkoken)
ik/jij/u/hij/zij kookte droog (... ik droogkookte)
wij/zij/jullie kookten droog (... wij droogkookten)
hij is drooggekookt
de/het/een drooggekookte ....

< >