dozijn - zelfstandig naamwoord
uitspraak: do-zijn
1. twaalf stuks
♢ zij kocht een dozijn potloden
1. daarvan gaan er dertien in een dozijn
[dat is heel gewoon]
Zelfstandig naamwoord: do-zijn
het dozijn
de dozijnen
het dozijntje
Gepubliceerd op 14-11-2017
dozijn
betekenis & definitie