desinfecteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: des-in-fec-te-ren
1. zorgen dat er geen bacteriën meer in zitten
♢ zij desinfecteerde de wond met jodium
Regelmatig werkwoord: des-in-fec-te-ren
ik desinfecteer
jij/u desinfecteert
hij/zij desinfecteert
wij/zij/jullie desinfecteren
ik/jij/u/hij/zij desinfecteerde
wij/zij/jullie desinfecteerden
hij heeft gedesinfecteerd
de/het/een gedesinfecteerde ....
desinfecterend, desinfecterende
Synoniemen
ontsmetten
Tegenstellingen
aansteken, besmetten
Gepubliceerd op 14-11-2017
desinfecteren
betekenis & definitie