deksel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: dek-sel
1. losse bovenkant waarmee je iets kunt afsluiten
♢ doe het deksel maar op de pan
Zelfstandig naamwoord: dek-sel
het deksel
de deksels
het dekseltje
Gepubliceerd op 14-11-2017
deksel
betekenis & definitie