date - zelfstandig naamwoord
uitspraak: deet
1. afspraak tussen twee mogelijke partners
♢ Victor heeft een date met zijn buurmeisje
2. mogelijke partner met wie men een afspraak had
♢ ik was vroeg thuis, want mijn date kwam niet opdagen
Zelfstandig naamwoord: deet
de date
de dates
Gepubliceerd op 14-11-2017
date
betekenis & definitie