dalen - regelmatig werkwoord
uitspraak: da-len
1. een kleinere waarde krijgen
♢ de prijzen zijn gedaald
2. omlaag gaan
♢ het vliegtuig daalt langzaam
Regelmatig werkwoord: da-len
ik daal
jij/u daalt
hij/zij daalt
wij/zij/jullie dalen
ik/jij/u/hij/zij daalde
wij/zij/jullie daalden
hij is gedaald
de/het/een gedaalde ....
dalend, dalende
Synoniemen
zakken
Tegenstellingen
stijgen
Gepubliceerd op 14-11-2017
dalen
betekenis & definitie