cirkel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: cir-kel
1. gesloten ronde lijn
♢ het vliegtuig maakt een cirkel in de lucht
1. een vicieuze cirkel
[steeds weer bij het punt van uitgang terugkeren]
Zelfstandig naamwoord: cir-kel
de cirkel
de cirkels
het cirkeltje
Synoniemen
kring, ring
Gepubliceerd op 14-11-2017
cirkel
betekenis & definitie