bouwdoos - zelfstandig naamwoord
uitspraak: bouw-doos
1. doos met houten of stenen blokken waar kinderen mee kunnen bouwen
♢ Olger kreeg een bouwdoos met gekleurde blokken voor zijn verjaardag
2. doos met onderdelen waar men zelf een apparaat mee kan samenstellen
♢ met deze bouwdoos kun je een echte radio bouwen
Zelfstandig naamwoord: bouw-doos
de bouwdoos
de bouwdozen
het bouwdoosje
Synoniemen
blokkendoos, bouwpakket
Gepubliceerd op 14-11-2017
bouwdoos
betekenis & definitie