bezaaien - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-zaai-en
1. met zaad bestrooien
♢ de boer bezaaide het land met tarwe
2. overdekken met een groot aantal gelijksoortige dingen
♢ het Museumplein was bezaaid met blikjes
Regelmatig werkwoord: be-zaai-en
ik bezaai
jij/u bezaait
hij/zij bezaait
wij/zij/jullie bezaaien
ik/jij/u/hij/zij bezaaide
wij/zij/jullie bezaaiden
hij heeft bezaaid
de/het/een bezaaide ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
bezaaien
betekenis & definitie