Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

bewonen

betekenis & definitie

bewonen - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-wo-nen

1. er wonen
dit huis wordt bewoond door vier personen

Regelmatig werkwoord: be-wo-nen
ik bewoon
jij/u bewoont
hij/zij bewoont
wij/zij/jullie bewonen
ik/jij/u/hij/zij bewoonde
wij/zij/jullie bewoonden
hij heeft bewoond
de/het/een bewoonde ....

< >