beamen - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-a-men
1. er ja op zeggen, zeggen dat het klopt
♢ hij beaamde mijn verhaal
Regelmatig werkwoord: be-a-men
ik beaam
jij/u beaamt
hij/zij beaamt
wij/zij/jullie beamen
ik/jij/u/hij/zij beaamde
wij/zij/jullie beaamden
hij heeft beaamd
de/het/een beaamde ....
Synoniemen
bevestigen, onderschrijven
Tegenstellingen
loochenen, ontkennen, tegenspreken
Gepubliceerd op 14-11-2017
beamen
betekenis & definitie