associëren

betekenis & definitie

associëren - regelmatig werkwoord
uitspraak: as-so-si-ë-ren

1. samen een bedrijf gaan uitoefenen
♢ die twee advocaten zijn kortgeleden geassocieerd
2. in je hoofd met elkaar verbinden
♢ als ik een politicus zie, associeer ik dat met hard werken

Regelmatig werkwoord: as-so-si-ë-ren
ik associeer
jij/u associeert
hij/zij associeert
wij/zij/jullie associëren
ik/jij/u/hij/zij associeerde
wij/zij/jullie associeerden
hij heeft geassocieerd
de/het/een geassocieerde ....
associërend, associërende