apotheker - zelfstandig naamwoord
uitspraak: a-po-the-ker
1. iemand die medicijnen maakt en verkoopt
♢ ik vroeg aan de apotheker welke tabletten ik moest nemen
Zelfstandig naamwoord: a-po-the-ker
de apotheker
de apothekers
het apothekertje
Gepubliceerd op 14-11-2017
apotheker
betekenis & definitie