ageren - regelmatig werkwoord
uitspraak: a-ge-ren
1. in woord of schrift ergens voor of tegen strijden
♢ de demonstranten ageren tegen de dictator
Regelmatig werkwoord: a-ge-ren
ik ageer
jij/u ageert
hij/zij ageert
wij/zij/jullie ageren
ik/jij/u/hij/zij ageerde
wij/zij/jullie ageerden
hij heeft geageerd
agerend, agerende
Gepubliceerd op 14-11-2017
ageren
betekenis & definitie