afsluiting - zelfstandig naamwoord
uitspraak: af-slui-ting
1. het niet beschikbaar zijn of worden
♢ als je niet betaalt, dreigt afsluiting van de elektriciteit
2. het niet open staan voor contact
♢ zijn afsluiting voor andere mensen is wel een probleem
3. het zorgen dat er geen verbinding meer is
♢ de afsluiting van de rivier zorgde voor overstromingen
4. het verhinderen of ontbreken van doorgang
♢ door de afsluiting van deze ader ontstond een hartaanval
Zelfstandig naamwoord: af-slui-ting
de afsluiting
de afsluitingen
het afsluitinkje
Tegenstellingen
aansluiting, contact
Gepubliceerd op 14-11-2017
afsluiting
betekenis & definitie