adem - zelfstandig naamwoord
uitspraak: a-dem
1. lucht die je opzuigt en weer uitblaast
♢ door zijn adem beslaat de ruit
1. je adem inhouden
[even niet ademen omdat het spannend is]
2. buiten adem zijn
[moeilijk ademen als je hard gelopen hebt]
3. een boek in één adem uitlezen
[zonder weg te leggen, omdat het zo spannend is]
4. je laatste adem uitblazen
[doodgaan]
5. op adem komen
[tot rust komen]
Zelfstandig naamwoord: a-dem
de adem
Gepubliceerd op 14-11-2017
adem
betekenis & definitie