aantonen - regelmatig werkwoord
uitspraak: aan-to-nen
1. laten zien dat het zo is
♢ we hebben aangetoond dat Jan het gedaan heeft
Regelmatig werkwoord: aan-to-nen
ik toon aan (... ik aantoon)
jij/u toont aan (... jij aantoont)
hij/zij toont aan (... hij aantoont)
wij/zij/jullie tonen aan (... wij aantonen)
ik/jij/u/hij/zij toonde aan (... ik aantoonde)
wij/zij/jullie toonden aan (... wij aantoonden)
hij heeft aangetoond
de/het/een aangetoonde ....
Synoniemen
bewijzen, staven, uitwijzen, verdedigen
Tegenstellingen
aanvallen
Gepubliceerd op 14-11-2017
aantonen
betekenis & definitie