Monumenten in Nederland: Zuid-Holland

Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven en Ronald Rommes (2004)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Winkels in Rotterdam

betekenis & definitie

Winkels. Vrijwel het gehele winkelapparaat van Rotterdam werd verwoest in mei 1940.

In de oudere wijken buiten de brandgrens zijn enkele interessante winkelpuien bewaard gebleven, zoals bij de met neorenaissance-details uitgevoerde hoekwinkels Nieuwe Binnenweg 67 (circa 1895), Witte de Withstraat 38-40 (1896, J.C. Meijers) en Admiraliteitsstraat 80 (1896, B.Th.

Kraaijvanger). Eclectische details hebben de hoekwinkels Tolhuisstraat 2 (Katendrecht) met vrouwenfiguren die een scheepsboeg dragen - en Nieuwe Binnenweg 162-164, alsmede de van hoge puien voorziene winkels Burg.

Hoffmanplein 2-14 (Noordereiland), alle gebouwd rond 1895.Jugendstil-details vertonen Avenue Concordia 55-57 (1899, H.A. Lieuwens) en Oude Binnenweg 144 (1901). Dezelfde vormen, maar dan gecombineerd met lichtgekleurde baksteen, zijn te zien bij Nieuwe Binnenweg 127 (1907; met bricornasteentjes) en Rosier Faassenstraat 6-14 (circa 1910) en 22 (1912). Klinknagelpuien hebben de winkels Bergselaan 200 (circa 1910), Spanjaardstraat 105 (circa 1910) en Spanjaardstraat 9 (1912). Uitgevoerd in sobere zakelijkexpressionistische stijl zijn de woon- en winkelpanden Nieuwe Binnenweg 90-116 (1937, H.M.J.H. Kraaijvanger).

De na 1940 bij museum Boijmans Van Beuningen gebouwde noodwinkels werden gaandeweg vervangen door twee winkelgebieden met functionalistisch vormgegeven winkels. Op de hoek van Hoogstraat en Westewagenstraat verrees het Schoenenmagazijn Huf (1952-'54) en op de hoek van de Vlasmarkt de Galeries Modernes (1954-'57), beide ontworpen door J.H. van den Broek en J.B. Bakema.

Meer oostwaarts richting Blaak bouwde men winkels met afwisselend daarop appartementen (1952-'55, B. Merkelbach en P. Elling). Het slechts licht beschadigde warenhuis van De Bijenkorf uit 1929 werd in 1957 gesloopt na de voltooiing van het nieuwe warenhuis Coolsingel 105 (1955-'57), ontworpen door M. Breuer en A. Elzas met opvallende raatvormige, in twee richtingen gefrijnde, travertinplaten met spleetvensters.

In 1953 opende het winkelcentrum ‘De Lijnbaan’ (Lijnbaan ong.), waaraan vanaf 1948 was gewerkt naar plannen van J.H. van den Broek en J.B. Bakema in samenwerking met F.J. van Gool. Aan twee kruisende voetgangersstraten een lange parallel aan de Coolsingel en haaks daarop de Korte Lijnbaan liggen winkels met doorlopende luifels. Het geheel is aangekleed met kiosken, vitrines en bloembakken. In 1962-'66 is de Lijnbaan doorgetrokken naar het Binnenwegplein. Naast tweelaags winkels zijn er ook splitlevel-winkels, alle met een betonskelet.

Aan beide zijden zijn voor de bevoorrading expeditiestraten aangelegd. De westelijke (Van Gendtstraat) vormt tevens de toegang tot de rond een gemeenschappelijk groengebied gebouwde Lijnbaanflats (1954-'56, H.A. Maaskant, A. Krijgsman en H.D. Bakker). Als prototype van het verkeersvrije winkelcentrum heeft ‘De Lijnbaan’ overal ter wereld navolging gekregen. Lijnbaan en Hoogstraat zijn met elkaar verbonden door de onder de Coolsingel doorlopende Beurstraverse (1996, P.B. de Bruijn) ook ‘De Koopgoot’ genoemd.

< >