Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Gepubliceerd op 04-12-2017

Sibald

betekenis & definitie

Friese naam. Tweestammige Germaanse naam, uit Sigi-, Sî- 'zege, ovenwinning' (zie sig-) en -bald 'stoutmoedig' (zie -bald-). Zie ook Sibet en Sebald.

Heiligennaam: Sibald, Sebald, kluizenaar en prediker in de omgeving van Neurenberg, waarschijnlijk in de 11e eeuw, mogelijk afkomstig uit Denemarken. Kerkelijke feestdag: 19 augustus. Schutspatroon van Neurenberg. Voorts: Sigisbald, Sigibald, bisschop van Metz omstreeks 716; kerkelijke feestdag: 26 oktober.

< >