Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Gepubliceerd op 28-11-2017

Albuin

betekenis & definitie

Germaanse 'vriend der bovenaardse wezens'. Uit Alb- (zie alf-) en -win/-wijn (zie -win-).

De naam komt overeen met Angelsaksisch Ælf-wine, en wordt wel eens verward met Albin. Vgl. Alboin, naam van een Langobardenkoning uit de 5e eeuw. Albuinus, bisschop van Brixen (Bressanone) in Zuid-Tirol, gestorven 1006; kerkelijke feestdag: 5 februari.

< >