Definities van Nederlands Logopedisch Lexicon in de Ensie E
- E.o.r
- Echo
- Echografie
- Echolalie
- Ecog
- Een minuut test
- Eenklank
- Eentalig
- Eentonig
- Éénwoordperiode
- Éénwoorduiting
- Éénwoordzin
- Eerste harmonische toon
- Eerste taal
- Efferent-motorische afasie
- Eigen taal
- Eigennaam
- Eisen-capaciteitenmodel
- Ejectieve klank
- Electief mutisme
- Electro cochleo grafie
- Electroglottografie
- Elektroaudiometrie
- Elektrolarynx
- Elektromyografisch onderzoek
- Elektromyografische biofeedback
- Elementaire leeshandelingen
- Elisie
- Ellips
- Emg
- Emt
- Encephalitis
- Encephalon
- End-to-end beet
- Endocriene stemstoomis
- Endorotatie
- Endoscoop
- Endoscopie
- Enhanchment
- Eoae
- Eol
- Epi-
- Epifarynx
- Epiglottis
- Epiglottitis
- Epiglottopexie
- Epitheel
- Epithelioma
- Epithelioom
- Equivalente ontwikkelingsleeftijd
- Erl
- Eruptie
- Etiologie
- Etymologie
- Eu-
- Eupnoe
- Eutonie
- Evenwichtsorgaan
- Evolutie
- Ewing test
- Ex-
- Excitatie
- Exorotatie
- Exostose
- Exostosis
- Expansie
- Expiratie
- Expiratoire reservelucht
- Exploratieve chordotomie
- Explosief
- Expressiefunctie
- Expressieve afasie
- Extensie
- Externe larynxtraumata
- Externe locus of control
- Extra-
- Extra-pyramidale dysartrie
- Extralinguïstisch
- Extralinguïstische variabelen
- Extrametrisch
- Extrapiramidale systeem
- Extremus
- Extrinsiek
- Extubatie
