(o.), het openen en sluiten van de stemplooien door de aanzuigkracht van de uitstromende lucht Door de toenemende luchtstroomsnelheid ontstaat er een onderdruk op de laterale wanden, waardoor de stemplooien zich naar de middellijn bewegen. Doordat de stemplooien sluiten wordt de luchtstroom onderbroken en valt de onderdruk weg.
Bovendien zal er onder de stemplooien door de uitademingsactiviteit een overdruk ontstaan (subglottische druk).Hierdoor openen de stemplooien zich en komt de luchtstroom weer op gang, waarna het proces opnieuw begint
